Denzel Washington zei het al: ‘Schrijven is een wapen en het is krachtiger dan een vuist ooit kan zijn.’ Helemaal waar natuurlijk, maar hoe schrijf je nu het krachtigst? En welke hulpmiddelen gebruik je daarbij?
In eerste instantie is een hoofd heel handig :-), dat doet immers alle denkwerk. En als je niet met een voicerecorder je zinnen opneemt, dan helpen je vingers ook een handje met al dat gekriebel of getyp :-). Maar hoe verwerk je die ideeën nu het beste?
“Favoriete schrijf essentials zijn voor iedereen verschillend, net zoals een dieet voor iedereen anders werkt of mensen verschillende muzieksmaken hebben”
Favoriete schrijf essentials zijn voor iedereen verschillend, net zoals een dieet voor iedereen anders werkt of mensen verschillende muzieksmaken hebben. Maar dat ze je schrijfleven gemakkelijker maken als je de juiste gevonden hebt, dat is zeker. Dit zijn mijn 3 ultieme schrijfproducten waar ik niet zonder kan en ik vertel je waarom!
1. Een A4 blok met ruitjes
Het klinkt old school en dat is het ook ;-), maar als ik begin aan het ‘outlinen’ (oftewel het bedenken van de structuur) van een nieuw verhaal, dan doe ik dat nog steeds het liefst op papier en dan wel op een A4 blok met kleine ruitjes (0,5 cm).
Reden: je hebt de ruimte om lekker veel op te schrijven (op A5 past het vaak niet), dankzij de ruitjes trek je gemakkelijk lijnen, maak je tabellen, lijstjes, etc. die het overzichtelijk houden (ik werk sowieso het liefst met ruitjes, mijn Moleskine voor dagelijks gebruik heeft ook ruitjes). Mijne is gewoon van de Hema en hij kost maar 1,50 euro. Ik heb er altijd een paar op voorraad.
Op een A4 blok kun je ook goed mindmaps maken. Die gebruik ik bijvoorbeeld bij het beschrijven van nieuwe personages. Dan zet ik de naam in het midden en geef ik er in de vorm van een mindmap allemaal eigenschappen aan. (Tip: wil je je mindmap later digitaliseren, dan is XMind een fijn en gratis programma). Blokken met lijntjes vind ik niks, daar werk ik nooit mee. Puntjes (zoals in een bullet journal) dan weer wel, die zijn ook top :-).
2. Indexkaartjes op papier
Als de eerste grove ideeën op papier staan via de A4 blokken en ik heb een idee wat ik ga schrijven, dan is het tijd om de echte outline en plot te maken. Dat doe ik met kleine indexkaartjes (A7 formaat) op papier. Op ieder kaartje schrijf ik dan een gebeurtenis of een scene. Ik verzin er zoveel als ik kan bedenken.
Ben ik hiermee klaar, dan leg ik ze op volgorde, gooi ik weg wat ik niet meer nodig heb en breng ik wendingen aan wanneer het te saai wordt. Dankzij de kaartjes kun je blijven schuiven in de structuur tot het goed is. Bovendien is het een heel visuele manier om te ‘puzzelen’ met je structuur, waardoor je beter overzicht houdt. Deze kaartjes koop je online bij een kantoorboekhandel of bij eentje bij jou in de buurt, de meeste hebben ze wel. Ik deel ze ook altijd uit bij mijn trainingen.
3. Scrivener
Dat papier is leuk in het begin van je denkproces, maar als het om het echte werk gaat, werkt bijna niemand meer zonder laptop of computer. Ik moet er ook niet aan denken. Maar een gewoon tekstverwerkersprogramma zoals Word of Pages is niet geschikt voor het schrijven van een boek. Ik schreef Spotlight in Word en was ontzettend blij dat ik daarna het fenomeen ‘schrijfsoftware’ heb ontdekt, dat veel beter past bij de wensen van een schrijver.
Scrivener geeft je de mogelijkheid om je indexkaartjes van stap 2 op eenzelfde manier te digitaliseren. Daarnaast geef het scherm je ook altijd (links in de binder) overzicht over je hele boek. En in het midden schrijf je steeds je tekst.
Het kost een paar minuutjes moeite om het te leren, maar je kunt het de eerste 30 dagen gratis uittesten via deze gratis download én in mijn video leg ik je in 20 minuten uit hoe je ermee werkt. Kortom: binnen een half uurtje ben je ‘up en running’ en kun je digitaal aan de slag.
Met welke programma’s werk jij het liefst?
Liefs,