Je bent al een eind gevorderd met je boek en de vraag ‘en nu’? spookt steeds vaker door je hoofd. Ga je het zelf uitgeven of kies je voor een gevestigde uitgeverij? En hoe kom je daar dan binnen, want je kent de verhalen over hoe moeilijk dat is.
“Of je kiest voor eigen beheer of voor een uitgeverij, heeft te maken met je werkwijze, je achterban en je doelen”
Of je kiest voor eigen beheer of voor een uitgeverij, heeft te maken met je werkwijze, je achterban en je doelen. Afhankelijk daarvan past het een beter bij je dan het andere. Maar als je voor een traditionele uitgeverij kiest (dat deed ik een paar jaar geleden, want ik wilde mijn boek graag in de Nederlandse boekhandels terugzien), dan is het goed als je eerste indruk klopt.
Als je een uitgeverij benadert, moet je met een aantal dingen rekening houden: het fonds van de uitgeverij (geven ze wel uit wat jij hebt gemaakt en pas je daarbij als auteur?), je moet al een deel van je manuscript meesturen (sommigen uitgevers vragen het hele boek, dus kijk hiervoor even goed in de voorwaarden op de websites) en je moet je natuurlijk zelf voorstellen. Waar je dat bij een werkgever met een CV en een sollicitatiebrief doet, vervang je bij een uitgever je CV door een proposal.
Zo’n proposal bestaat uit verschillende componenten, zoals natuurlijk een samenvatting van jou als schrijver/persoon en uit een samenvatting van je boek, maar er zijn nog drie onderdelen die je zeker niet mag vergeten:
“Je wilt niets liever dan de nieuwe nieuwe Saskia Noort, J.K. Rowling of E.L. James zijn en toch kun je dat beter niet zeggen”
1. Onderscheid jezelf
Je wilt niets liever dan de nieuwe nieuwe Saskia Noort, J.K. Rowling of E.L. James zijn en toch kun je dat beter niet zeggen. Want die hebben we al. Kies er liever voor om te laten zien wat je onderscheid en wat jij zelf te bieden hebt dat er nog niet is. Aansluiten op een traditie mag best (en vinden uitgevers ook fijn), maar laat ook zien waarin je je juist onderscheidt.
2. Neem je netwerk mee
Een uitgever wil geld verdienen en boeken verkopen. Hoe groter jouw netwerk is, hoe minder hij daarvoor hoeft te doen. En dat is best handig in een tijd waarin de concurrentie moordend is en de tijd en het marketingbudget krap. Verwacht dus niet dat een uitgever jou wel even op de kaart zet (een schrijver ‘bouwen’ is sowieso een vak apart), maar laat zien wat jij daar al aan kan bijdragen en hoe groot je eigen bereik is. Is dat er nog niet? Bouw het dan eerst al voor een deel op. Je netwerk is – naast een goed boek – je belangrijkste troef!
“Je netwerk is – naast een goed boek – je belangrijkste troef”
3. Geef toekomstperspectief
Het is duur om in een nieuwe auteur te investeren. Je hebt nog geen naam en om die op te bouwen moet er veel tijd en dus geld in je geïnvesteerd worden. Of dat loont en je doorbreekt, dat weet niemand, maar de kans daarop groeit als je in elk geval van plant bent om meer dan een boek te schrijven. Geef dus ook alvast een kijkje in je toekomstplannen: waar wil je naartoe? Hoe ga je dat doen? Welke ideeen heb je nog meer? Met die kennis is het voor een uitgever gemakkelijker om te beslissen of hij wel of niet in je wil investeren.
Veel succes!